465
15
hallo
388
480
hallo
70
453
hallo
342
432
hallo
129
360
hallo
380
297
hallo
40
270
hallo
426
240
hallo
530
160
hallo
60
180
hallo
390
75
hallo
200
115
hallo
100
50
hallo
Dag 3 Dag 3
Follow SLeM on Twitter
bestelformulier
1/8

Dag 3 - Turfdobbes, naald- en loofbos, veen

In de dynamiek van een stuivend duinlandschap is geen plaats voor bosvorming. Vroeger bestond het eiland dan ook uit kale en schaars begroeide duinen. Bos zoals we het nu kennen, was er niet. Door de droogte had de jonge aanplant nauwelijks kans te overleven. Om aanplant van bos toch succesvol te laten zijn werden met water volgezogen turven gebruikt.
In de bossen van Terschelling komen hier en daar langgerekte poelen voor, ook wel turfdobbes genoemd. Dat zijn de tot onder het grondwaterniveau gegraven poelen om de turfjes te kunnen doordrenken van vocht. Een nat turfje werd samen met de wortelkluit van een jong dennenboompje in een plantgat gestopt. Het zorgde er voor dat de jonge plant toch voldoende water tot z´n beschikking had in droge perioden, zoals in de zomermaanden. Na iedere flinke regenbui zoog de turf zich weer vol en verschafte de plant weer voldoende water. Daarnaast leverde het humusrijke turf ook grondstoffen voor de groei. Deze aanpak is bekend als de 'Terschellinger plantmethode' en is ook op andere eilanden gebruikt bij de aanleg van bossen.

Bij de aanleg van bossen werd vooral gebruikt gemaakt van naaldbomen. Honderd jaar geleden was 

men er van overtuigd dat dennen bij uitstek geschikt waren om zand in te vangen en te binden. In de luwte van het naaldbos konden zich evenwel ook andere loofbomen handhaven, zoals eik, berk en lijsterbes. Maar die werden toen al gauw weer verwijderd. Zo ontstonden bossen zonder ondergroei, rijenl ang dezelfde bomen, weinig robuust om de eilander dynamiek op te vangen. Het naaldbos diende verder ook als productiebos, dus zo’n dennenplantage is dan wel handig. Achteraf heel kwetsbaar voor stormen. Harde wind sloeg grote gaten in het bos. En daar voelen loofbomen zich weer thuis. Een gemengd bos, ontstaan door wind en mensenhand, bleek veel minder kwetsbaar voor stormen en bovendien: meer water in de bodem door minder verdamping. Loofbomen bleken op jaarbasis minder water nodig te hebben dan naaldbossen, zij laten immers de bladeren vallen en gaan in winterslaap.

Tegenwoordig worden de naaldbossen langzamerhand omgevormd tot gemengde bossen. Dit is vooral gunstig voor de natuurlijke waterhuishouding op het eiland. Kleine delen van naaldbossen worden her en der gekapt om loofbomen meer kansen te geven en hun vestiging te bevorderen. Het is een goed voorbeeld van dynamiek als gevolg van het samengaan van menselijke beheer en natuurkrachten.